Afgelopen weekend ben ik op kamp geweest! Met Ć©Ć©n van de andere programmaās van Thembalethu Nkomazi mocht ik Ć©Ć©n van de kampen, die voor peer educators worden georganiseerd, meemaken. Het Gold-programme heeft tot doel om jongeren van de leeftijd dertien tot achttien de verandering in hun omgeving te maken. Het hele jaar door krijgen de zogenoemde peer educators voorlichtingen, workshops en zij worden geacht hun vier rollen uit te voeren: 1. Onderwijzen, 2. Een rolmodel zijn, 3. Hun leefgemeenschap verbeteren en 4. Herkennen van problemen en doorverwijzen. Dit is even kort opgesomd. Ze kunnen drie jaar lang onderdeel uitmaken van het programma; eerst als junior, dan als senior en vervolgens als mentor. De peer educators komen van vier scholen uit de omgeving waar veel gepest en gespijbeld wordt. Door een groep kinderen een leiders- en voorbeeldrol te geven, hoopt het Gold-project de scholen en de levens van alle kinderen te veranderen. Ā EĆ©n keer per jaar mogen de peer educators op kamp en ik mocht dus afgelopen weekend mee met de juniors van twee scholen.
Vrijdagochtend vroeg laadden we de auto in. Met 8 teamleden en 4 vrouwen die voor het eten zouden zorgen, gingen we op weg. Onderweg werden de laatste inkopen nog gedaan. Enorme hoeveelheden werden ingeslagen. Een groep van veertig jongeren moet immers goed gevoed worden. Rond twaalf uur kwamen wij en de kinderen aan op de locatie, een Christian Retreat Centre, gelegen in het bos. Ik had me voor de zekerheid maar op alles voorbereid: Ć©Ć©n grote tent, allemaal kleine tentjes, vervallen gebouwen, je weet maar nooit hoe het eruit zal zien en je kunt maar beter op alles voorbereid zijn in Afrika. Mijn voorzichtigheid bleek ongegrond. De leiders sliepen op twee- of driepersoonskamers in het Guesthouse en de jongens en meiden sliepen op slaapzalen. Er was Ć©Ć©n grote hal waar we aten en een conferentiezaaltje waar we alle workshops hadden.
Op vrijdag kregen de kinderen vier workshops over uiteenlopende onderwerpen, van communicatie skills, keuzes maken, mensenrechten tot alcoholmisbruik. Zoals wel vaker viel me op hoe laag het niveau Engels was van de kinderen en ook van sommige van de teamleden. Zuid-Afrika heeft elf officiĆ«le talen en de mensen zijn trots op hun taal. Van Grade R tot Grade 3 krijgen kinderen in hun lokale taal les. Officieel krijgen kinderen na Grade 3 (groep 5) Engelstalig onderwijs, maar in de praktijk gebeurt dit vaak niet. Doordat veel jongeren niet goed Engels spreken, blijven ze gebonden aan het gebied waar hun taal wordt gesproken en zo neemt hun baankans ook af. Ik zie dat de teamleden er ook mee worstelen waar ze beter aan doen: in Seswati de workshop geven zodat de kinderen het sowieso verstaan en maximaal mee kunnen doen of in het Engels spreken zodat ze de taal beter leren. Waar ze voor kiezen, is voor iedereen verschillend. Als ik op zaterdag ook een onderdeel van de workshop āHygiĆ«neā mag geven, ben ik benieuwd hoe het zal gaan. Ik spreek immers geen Seswati dus zal alles in het Engels moeten doen. Aan het begin leg ik uit dat de kinderen het vooral aan moeten geven als ze het niet volgen; Ć©Ć©n van de teamleden kan altijd vertalen. Gelukkig is het Engels geen drempel voor de peer educators om enthousiast mee te doen. Als ze willen antwoorden, maar niet weten hoe ze dat in het Engels doen, wordt alles keurig voor hen en mij vertaald.
Wanneer alle workshops zijn geweest, is het zaterdagmiddag tijd voor spelletjes. Fanatiek zoeken de kinderen geblinddoekt naar knikkers, happen ze snoep uit een bakje suiker en mikken ze waterballonnen op de deksel van een emmer. De hele middag zijn ze zoet met zulke spelletjes. Alle teams willen graag winnen, want wie aan het einde van het weekend de meeste punten haalt, ontvangt een mooie prijs.
ās Avonds is het tijd voor de bonte avond. De teams moesten outfits maken van krantenpapier, vuilniszakken en tape. Ook moesten ze een band vormen door alleen hun stemmen te gebruiken. De laatste ronde van de bonte avond was het opvoeren van een traditionele dans. Ik mocht Ć©Ć©n van de juryleden zijn. Met verbazing en heel veel lol heb ik gekeken naar alle opvoeringen van de jongeren. Ik heb tranen gelachen om bepaalde bands, dansopvoeringen en modeshows. Aan het einde van de avond werd er nog gedanst en heb ik de kinderen de āswish-swishā-move geleerd. Op hun beurt leerden zij mij ook een aantal dansmoves waarbij ik mijn kniebanden lekker verrekt heb. Zondagochtend was het inpakken en wegwezen. Toen ik rond twaalf uur thuis was, was ik uitgeput, maar enorm voldaan.