Tijd voor het avondeten. Ik schuif aan bij drie mannen. Eentje ken ik al een beetje van een eerdere maaltijd. De andere twee spreek ik voor het eerst. We raken aan de praat over het uitspreken van waardering. Een van de mannen vertelt dat hij tijdens zijn studie in Frankrijk leerde dat Europeanen veel meer waardering uitspreken voor de positieve kanten van mensen en minder focussen op gebreken. Ik vraag hem wat het verschil is met Afrika. De verhalen komen los over de kindertijd. Hij vertelt dat er vroeger bij hem thuis alleen maar gezegd werd wat je fout deed. Hij hoorde nooit iets anders dan verwijten. Het was niet normaal waardering uit te spreken naar iemand. Hij vertelt over het geweld dat zijn vader gebruikte richting zijn moeder. De nachtmerries die hij hier nog steeds van heeft. Ik zie verdriet in zijn ogen. Het raakt me diep. Een andere tafelgenoot vertelt over de dag dat hij thuis kwam met zijn rapport en aan zijn vader vertelde dat hij nummer 2 was van de klas. Zijn vader zei dat hij beter zijn best moest doen om eerste te worden. Ook bij hem was huiselijk geweld aan de orde van de dag. Ik vraag ze naar hun eigen gezin. Een van hen vertelt me dat het evangelie hem heeft veranderd. Hij heeft geleerd dat hij geliefd is en hoe hij mensen lief kan hebben. Hij vertelt over zijn worsteling. Het is moeilijk om iets te geven wat je zelf nooit ontvangen hebt. Ik voel een brok in mijn keel. Wat een openheid. Kan iemand me even knijpen? Heb ik nu echt dit gesprek met een Afrikaanse dominee? Een andere man aan tafel vertelt dat huiselijk geweld heel gewoon is in zijn land. Toen hij een keer vertelde aan andere mannen dat hij zijn vrouw nog nooit geslagen had, waren ze stijl achterover gevallen van verbazing. Ze konden het niet geloven. Samen kunnen ze erom lachen. Ik denk dat het ook een beetje de spanning is. Ik bedank de mannen voor hun openheid. Er niet van gaan dromen hĆØ, zegt een van hen. Ik ga mijn best doen.
Gods liefde opent ogen
Lees ook deze artikelen eens: